Begrippen

Binnen de ambulancezorg maken we gebruik van een aantal begrippen. Hieronder vindt u een overzicht.

Meldtijd
De meldtijd begint op het moment dat de centralist van de meldkamer ambulancezorg de telefoon aanneemt en eindigt wanneer de centralist het ambulanceteam heeft gealarmeerd of een opdracht heeft gegeven.

Uitruktijd
De uitruktijd begint op het moment dat de centralist van de meldkamer ambulancezorg het ambulanceteam heeft gealarmeerd (of een opdracht heeft gegeven) en eindigt wanneer het complete ambulanceteam vertrekt naar het adres dat de centralist heeft opgegeven.

Aanrijtijd
De aanrijtijd begint wanneer het complete ambulanceteam vertrekt naar het adres dat de centralist heeft opgegeven en eindigt wanneer de ambulance arriveert bij de plaats waar de patiënt zich bevindt en waar de ambulance nog kan komen.

Responstijd 
De responstijd is de meldtijd, de uitruktijd en de aanrijtijd bij elkaar opgeteld.

Landelijke norm
Er zijn landelijk afspraken gemaakt hoe snel een ambulance ter plaatse moet zijn. Bij A1-ritten moet 95 procent van de ambulances binnen 15 minuten ter plaatse zijn. De landelijke norm voor de meldtijd is 2 minuten. De landelijke norm voor de uitruktijd is ook 2 minuten.

Deel deze informatie via: